Beeldentheater is een methodiek die centraal staat in de door Augusto Boal ontdekte methodiek: het Theater van de Onderdrukten. Hieronder een schematische weergave van de methodiek, zoals door de grootste joker(*1) aller tijden opgetekend. De ontdekte werkvormen zijn uit noodzakelijkheid van een specifieke opgave, incident, cultuur en plaats ontstaan. Beeldentheater staat midden in de stam van de boom en ook centraal in de methodiek. Samen met het spellen arsenaal, wat zorgt voor de veilige ruimte om in te werken en te leren reflecteren, is het beeldentheater een werkvorm die in alle andere technieken terug kan komen en van belang kan zijn.
Beeldentheater is een taal. Het geeft de groep of community die er mee wil werken een krachtig analysemiddel om een sociaal vraagstuk te onderzoeken. Je kan er van alles mee in het maakproces van je toneelstuk. Zo kan het je helpen om de draaipunten van het anti-model (*2) in tableau-vivants neer te zetten. Je kan het gebruiken om de verschillende segmenten van het plot dat je wil maken te onderzoeken. Je kan er ook je personages mee vormgeven, o.a. door ze te onderzoeken op verlangen en angst van je rol. Wil en tegenwil van personages kunnen er mee worden blootgelegd, zodat de acteurs een verdieping kunnen aanbrengen in hun denk- en handelingspatronen. Handig is het ook voor het ontwikkelen van tegenspel in forumtheater. In iedere Theater van de Onderdrukten workshop of proces komt het terug. Wie Krantentheater wil inzetten voor de analyse van een geschreven artikel of tekst zet het in. Ook wanneer het gebruikt wordt voor een diepgaandere verkenning van je verinnerlijkte onderdrukking wordt er met beelden gewerkt. Beeldentheater staat in heel veel opgaven centraal en helpt het proces en deelnemers verder.
Binnen mijn werk heb ik steeds veelvuldig en dankbaar gebruik gemaakt van Beeldentheater en gebruik het steeds vaker als uitgangspunt. Op allerlei momenten in heel verschillende opgaven en vraagstukken, en met een diversiteit van de verschillende community’s die Rotterdam rijk is. Zowel in workshops als in de nabespreking van voorstellingen. Altijd in de zoektocht van het beter begrijpen, het doorgronden van het getoonde sociale probleem. Door jarenlang in Rotterdam workshops te hebben mogen uitvoeren zijn er een hoop beelden verzameld. Zo is er, door de jaren heen, een aardige beeldencollectie ontstaan van metaforen en tableau-vivants over grootstedelijke Rotterdamse uitdagingen. Gemaakt door Rotterdammers. Komend uit hun eigen leefsituatie. Vele beelden staan nog op mijn netvlies, sommige staan ook op foto.
Toen ik ongeveer een jaar geleden kennis maakte met het werk van de Italiaanse theatermaker Ludovica Rambelli was ik er onmiddellijk door geïnspireerd. Schilderijen van Caravaggio werden uitgebeeld als levende kopieën van de grote meester. De vorm, de muziek, de esthetiek, de choreografie, de eenvoud, de complexiteit het sprak me zeer aan.
In daarop volgende gelegenheden ging ik onmiddellijk eerste kleine probeersels doen met de groepen waar ik op dat moment mee werkte. Al snel ontstond er een concept voor een nieuwe voorstelling voor het Stadsatelier Rotterdam. Een groep Rotterdammers die zich de afgelopen vier jaar heeft verbonden aan Formaat, werkplaats voor Participatief Drama waarvan ik artistiek leider ben. “De stad in beeld” werd de werktitel. Gedurende vijf repetities werd er gezocht naar de vorm, beelden en verhalen. De resultaten daarvan werden voorlopig in scene gezet in twee bijeenkomsten. Een try-out werd gehouden voor enkele van onze vaste bezoekers tijdens een Open Space in april 2019.
Het is een aanzet tot een vernieuwende beeldentheater choreografie geworden. In de voorstelling, die tien minuten duurt, staan zes beelden centraal. Elk laten ze een sociaal probleem zien die we in de stad hebben opgehaald: armoede, intolerantie, bureaucratie (systeemwereld versus leefwereld), ouderschap, polarisatie, etnisch profileren.
De vernieuwing zit zeker niet alleen in de vorm van de choreografie. Die was deels nieuw voor mij als regisseur, voor de spelers om los te komen van mechanisaties uit het verleden, en wellicht ook voor een groot deel van het publiek om te kijken naar de tableaus, die slechts maximaal acht seconden bleven staan en dan weer oplosten in de bewegingssequentie.
Tijdens het jokeren van de try-out ontstond er als vanzelf een nieuwe manier van publieksparticipatie. Na het spelen was er ruimte voor reflectie samen met het publiek. Wat hebben jullie gezien? gevoeld? Wat denk je, en wat betekent dit? Na een kleine verbale uitwisseling werd het publiek in zes groepen verdeeld en maakte in hun groepje in korte tijd (tien minuten) zes nieuwe beelden. Uitgangspunt bij de opdracht van de joker voor het publiek was: maak een beeld van een thema wat je miste in de voorstelling maar belangrijk is voor de stad. Ieder groepje kreeg een nummer van één tot zes, wat stond voor de volgorde van opkomst. Na verloop van tijd werd de voorstellingsmuziek opnieuw gestart en speelde het publiek een nieuwe versie van het stuk met door hun zelf bedachte nieuwe additionele beelden uit de stad. (huiselijk geweld, kinderarmoede, sissen op straat, discriminatie, uitsluiting, …)
We maakten dus ter plekke, na het spelen van onze eigen beeldentheatervoorstelling, met alle aanwezigen een nieuw stuk. De radicale transformatie van toeschouwer naar doeschouwer. Het publiek hervormt zich van consument naar producent.
Deze nieuwe beelden geven weer inspiratie voor volgende voorstellingen en kunnen meegenomen worden door het Stadsatelier. De beelden zijn steeds weer inwisselbaar, na iedere nieuwe ontmoeting met Rotterdammers. We nemen mee, en integreren wat belangrijk is en werkt, en zo ontstaat iedere keer weer opnieuw een verbeterde nieuwe participatieve voorstelling, om aansluitend op de vorige ervaring een volgende dialoog te voeren. Zo blijft de voorstelling relevant en wordt ook steeds indringender en wordt eigenaarschap herverdeelt. Met als gevolg een beeldendagboek van, voor en door de stad.
————-
(*1) Joker (Persoonlijk vnw) /Jokeren (werkwoord) is de begeleider/het begeleiden van processen die theater gebruikt als manier om maatschappelijke verandering te bewerkstelligen ten behoeve van het vermenselijken van de mensheid.
(*2) Een anti-model is een kort toneelstuk dat een strijd laat zien van iemand die een sociaal probleem probeert aan te vechten maar die strijd verliest van de systeemwereld of de wereld om hem/haar heen.